|
|||
Wat er aan vooraf ging Eigenlijk wilden we een weekendje naar de Ardennen in een huisje met een open haard. Maar gaandeweg begonnen we steeds meer te voelen voor Berlijn, een stad waar we ooit afzonderlijk van elkaar geweest waren en die we na alle ontwikkelingen graag weer wilden bekijken. Voor Ingrid was het 20 jaar geleden in de tijd dat de muur er nog stond. Voor Vincent was het 7 jaar geleden toen hij tijdens zijn grote fietstocht Berlijn aandeed en de stad aan alle kanten in de steigers stond. Berlijn
dus, van 19 t/m 22 maart 2005. Zo’n
anderhalve week van tevoren hebben we alles geboekt. Eerst een
treinticket (€150 retour voor ons beiden). Daarna als een haas
naar het reisbureau om beslag
te leggen op de laatste kamer van hotel Agon (3 nachten voor de prijs
van 2,
oftewel €223 voor ons beiden). Overnachten in Berlijn blijkt
erg
duur te zijn;
in de Lonely Planet was een overnachting op een slaapzaal al
€20
per
persoon per nacht. Geen wonder dat wij de voorkeur gaven aan een
driesterren
hotel voor €37 per persoon per nacht. We waren bijna vergeten om de hotelvouchers bij het reisbureau af te halen omdat we weer eens onze voicemail niet afgeluisterd hadden. Maar een half uur voor sluitingstijd wist Vincent ze dan toch nog te bemachtigen en kon onze trip beginnen: naar Berlijn van 19 maart tot en met 22 maart. Om 9.15 uur vertrekken we met de ICE vanaf onze thuishaven
Arnhem. Soms wel met ruim 220 km/u razen we door Duitsland. Dit kun je
aflezen
boven de deur van ons rijtuig. Het ziet er allemaal erg grauw en
regenachtig
uit. Van een sympathieke Berlijner krijgen we wat tips, onder andere om
naar de
Kollwitzplatz te gaan. Hij geeft ons zijn kaartje zodat we hem kunnen
bellen
als dat nodig is; een erg sympatiek gebaar. Om 15.15 uur komen we in
een zonnig
Berlijn aan. Ingrid is zo slim om aan de conducteur te vragen of we tot
aan de
Ostbahnhof, dichter bij ons hotel, kunnen blijven zitten. Dit is geen
probleem.
Vanuit de trein, die dwars door de stad over een hoog gelegen viaduct
slingert,
doen we onze eerste indrukken op; we staan te trappelen om er op uit te
gaan.
Bij
de Ostbahnhof stappen we uit, waarna we met de U-Bahn (metro)
via Alexanderplatz op de halte Samriterstrasse uitstappen. We moeten
wel even
aan het vervoerssysteem wennen want we maken meteen de fout door ons
kaartje
niet af te stempelen, maar wel in te stappen. Al voor we het eerste
station
bereiken, komt een punkachtige dame de kaartjes controleren.
‘Nicht gut, aussteigen
und stempeln!’ legt ze ons uit. Dat was duidelijk taal. Zo
gezegd, zo gedaan. Hotel
Agon (in het voormalige Oost-Berlijn) ziet er mooi en
sfeervol uit en omdat het pas in 2003 gebouwd is ook nog vrij nieuw. We
blijken
in een apart gebouw te zitten en klimmen met de weinige bagage die we
bij ons hebben
naar de derde etage. Het is altijd even spannend hoe je hotelkamer er
uit ziet
maar dit keer zijn we met stomheid geslagen. Een kamer kan je dit niet
meer
noemen, het is gewoon de gehele bovenste verdieping: een levensgrote
kamer van Friedrichshain
naar Kreuzberg. We bekijken eerst
de Oberbaumbrücke,
waarover regelmatig
een gele metro rijdt. De brug raakte in de oorlog deels beschadigd en
kon tot
het herstel zo’n tien jaar geleden alleen door voetgangers
gebruikt worden. De
brug werd altijd gebruikt als grenspost. Een boomstam – de
Oberbaum – voorkwam
dat men naar de stad reed. Voor
we de brug overlopen, bekijken we nog even de East
Side Gallery; 110 kunstenaars uit
24 landen hebben de muur aan de oostelijke kant in de herfst van 1990
veranderd
in een openluchtgalerie van We hebben de wekker al voor 7 uur gezet en zo komt het dat
we al in alle vroegte aan het ontbijt zitten. Het uitgebreide buffet
weet ons
aardig bezig te houden. Ook omdat we nog moeten bedenken wat we vandaag
gaan
doen. Het wordt de wijk Spandauer
Vorstadt (voormalig Oost-Berlijn). De zon schijnt volop, al
is het dan
behoorlijk koud. Maar ons hoor je niet klagen! We kopen aan de receptie
van het
hotel eerst een CityTourCard waarmee we drie dagen onbeperkt met het
openbaar
vervoer kunnen rijden (€ 18,90 per persoon). Bovendien krijg
je bij een aantal
musea een aardige korting. Een ander voordeel voor ons is dat we onze
kaarten
nog maar één keer hoeven af te stempelen.
We
stappen uit op de Alexanderplatz,
waar nog een enkel vervallen gebouw herinnert aan vroegere tijden. Voor
de
Wende was het voor de Oost-Berlijners hun centrum en een plek om te
demonstreren. Op het plein staat de televisietoren; met De
Berliner Dom kunnen
we niet in omdat er net een kerkdienst begint. We bekijken de Museuminsel met zijn enorme musea, maar
we hebben, ook vanwege de zon, nog geen zin om al ergens naar binnen te
gaan.
Zelfs niet in het Pergamonmuseum, wat toch het drukstbezochte museum
van
Berlijn is. In
plaats daarvan gaan we naar het Centrum
Judaicum, waar de gouden koepel van de synagoge
al van ver te zien is. De synagoge die er nu staat is vrij
nieuw, maar het origineel komt uit 1866. Tijdens de Kristallnacht van 9
november 1938 voorkwam een moedige politieagent dat de synagoge
verwoest werd,
maar na een Britse bomaanval in november 1943 gebeurde dit alsnog. Pas
tussen
1988 en 1995 werd het weer gedeeltelijk opgebouwd. De toegangscontrole
is erg
streng: Ingrid moet een slok uit haar bidon nemen om te bewijzen dat
het toch
echt alleen maar water is. En het is verboden om binnen je jas over je
arm te
hangen. Het is allemaal de moeite waard. Zo weten we nu dat Einstein
een jood
was die lange tijd in Berlijn heeft gewoond. De jodenvervolging bleef
hem
bespaard door naar Amerika uit te wijken en van daaruit zoveel mogelijk
Berlijnse joden te helpen om hun stad en land te ontvluchten. We
zien de plek waar vroeger een joods
bejaardentehuis stond en dat tijdens de deportaties naar de
vernietigingskampen het verzamelpunt van de Berlijnse joden was. Een
naastgelegen
nietig grasveldje was de eerste joodse
begraafplaats, tot deze in 1943 werd verwoest. Via
de Museuminsel lopen we over een marktje met vooral veel
LP’s, bontmutsen en DDR-attributen zoals uniformen, petten en
speldjes. We lopen
een rondje door het Nikolaiviertel.
Tot
in de jaren 80 van de vorige eeuw stond hier niets anders dan de
verwoeste
Nicolaaskerk en het Knoblauchhaus. De rest had de oorlog niet
overleefd. De
opbouw begon in 1981. Er werd een gloednieuw centrum gebouwd met
popperige
huisjes en straatjes en volgens Vincent ‘een hoog
truttigheidsgehalte’. Toch kunnen
we het niet laten om tussen de bejaarden op een terrasje in de zon neer
te
strijken. Het
is inmiddels al wat later op de middag en met de bus willen
we nog naar de Hamburger Bahnhof. Het
is het oudste bewaard gebleven station van Berlijn en nadat het een
tijdlang
een verkeersmuseum was, werd het in 1996 een dependance van de Neue
Nationalgalerie. Een uur voor sluitingstijd werpen we ons over de
drempel heen,
maar we vinden dat wel heel weinig tijd voor de relatief hoge entree.
Onder het
mom van een toiletbezoek weet Vincent voor even toch door te dringen in
het
hart van de expositie. In
de Invalidenstrasse staan we op de Sandkrugbrücke
en lezen we dat deze brug ten tijde van de muur een
grensovergang was. Hier werd de eerste vluchtende Oost-Berlijner
neergeschoten
toen hij naar de overkant probeerde te zwemmen. Met
de bus rijden we naar de Potzdamer Platz
voor een korte blik op het Sony Center. De
Potzdamer Platz is een gloednieuwe wijk, waar in 1994 de eerste steen
werd
gelegd. Voor de oorlog waren hier, op een van de turbulentste plekken
van
Europa, warenhuizen en cabarets. Het moet erg lawaaierig en levendig
geweest
zijn. En omdat de verkeersagent zich in al die drukte niet meer
verstaanbaar
kon maken, kwam hier in 1925 het eerste stoplicht van Berlijn. Na de
oorlog was
het een soort niemandsland waar helemaal niets stond. Nu is het
fonkelnieuw,
haast futuristisch met vooral veel glas. Het
Sony Center
maakt diepe indruk op ons en we besluiten morgen terug te gaan om het
uitgebreider te bekijken en naar de 3D-film te gaan. Nu de zon weg is
hebben we
het vooral verschrikkelijk koud en rammelen we van de honger. We kiezen
voor
een snelle route terug naar onze wijk en stappen op de
Warschauerstrasse bij de
Oberbaumbrücke uit de S-Bahn. Vlak bij ons hotel in de
Revalerstrasse strijken
we neer in een erg leuk restaurant. Ingrid warmt op met een kom hete
melk met
honing. De pizza en lasagna doen de rest. We zijn doodmoe van alle
indrukken en
de vele kilometers die we gelopen hebben. Maar over
één ding waren we het eens:
Berlijn is een fantastische stad met heel aardige en hulpvaardige
inwoners, het
weer is perfect en de terrassen vragen om een nadere verkenning. Maandag 21 maart De
koepel geeft rondom een prachtig uitzicht over de stad en
omdat we inmiddels al het nodige gezien hebben, kunnen we veel
herkennen. Het
weer is weer eens perfect, dus het zicht eveneens. We lopen op
spiraalvormige
tegengesteld lopende bordessen van elk We
lopen terug via de Brandenburger
Tor op de Pariser Platz.
Dat is
op zich al bijzonder te noemen, want toen de muur er nog stond kon je
hem
alleen van veraf bekijken. Hij stond namelijk op de levensgevaarlijke
strook die
Oost en West scheidde. Van oorsprong was de Brandenburger Tor veel
kleiner en
maakte hij samen met elf andere torens deel uit van de muur die om de
stad heen
liep. Tussen 1789 en 1791 werd de Brandenburger Tor gebouwd zoals we
hem nu
kennen, namelijk naar een voorbeeld van de Acropolis in Athene. We
lopen verder naar de Gendarmenmarkt,
dat wordt beschouwd als het mooiste plein van Berlijn. Het meest in het
oog
springen het concertgebouw en links daarvan de Deutsche Dom en rechts
daarvan
de identieke Französischer Dom (die overigens in de steigers
staat). De SS stak
het concertgebouw in Natuurlijk
kunnen we ook Checkpoint Charlie
aan de Friedrichstrasse niet overslaan, de
bekendste grensovergang voor de geallieerden om Oost-Berlijn in te
komen. We
herkennen het geen van beiden meer terug omdat iedereen vrijelijk
kris-kras
door elkaar heen loopt. De muur is weg, de lege grensstrook is
volgebouwd, het
verkeer zoekt zich ongehinderd een weg door de hordes toeristen.
Vincent werpt
nog even een blik in restaurant Adler, de plek waar hij zeven jaar
geleden
neerstreek en waar sindsdien schijnbaar weinig veranderd is. We
gaan met de U-Bahn naar Kreuzberg en
boven de grond nemen we meteen maar een overheerlijke curryworst.
Toen de muur er nog stond, was deze wijk
een arme alternatieve wijk met veel kunstenaars en Turken die aan de
rand van
West-Berlijn lag. Met de val van de muur lag deze wijk ineens in het
hart van
de stad. Sindsdien trekt het steeds meer mensen aan, maar gelukkig is
het oude
Kreuzberg nog lang niet verdwenen. De grootste Turkse gemeenschap
buiten
Turkije handhaaft zich naast de alternatieve kroegen. We lopen via de
Zossenerstrasse en een overdekte markthal naar de Bergmannstrasse.
Deze straat wordt
nogal eens gebuikt als filmdecor. Er hangt een prettig alternatieve
sfeer en
ook door alle leuke winkeltjes voelen we ons hier helemaal op ons
gemak.
Eindelijk eens geen toeristen. We vinden een leuk terrasje in de zon en
Ingrid bestelt
natuurlijk weer warme melk met honing. We zijn het over twee dingen
helemaal
met elkaar eens (gelukkig zijn dat niet de enige dingen waar we het
over eens
zijn): het weer is perfect en zelden zagen we zulke leuke terrasjes als
hier in
Berlijn. Met
de U-Bahn stuiven we naar de Potsdamer Platz
om dit fonkelnieuwe stadsdeel eens op ons gemak te
bekijken. In het Sony-center
bezoeken
we de Sony-winkel met hun nieuwste producten. We vallen bijna flauw bij
het
zien van een televisie van € 26.000 en moeten even bijkomen
bij een vijver in
de zon. We (of in ieder geval Vincent) stralen uit dat we professionele
toeristen zijn en drie Italiaanse meisjes vragen ons de weg omdat ze
zelf geen
kaart hebben. Het is bijna bizar om door een wijk te lopen waar
werkelijk alles
nieuw is met vooral veel glas en metaal. Net als op de andere dagen
wordt het
aanzienlijk kouder als de zon weg is. We warmen ons op met een kop thee
in een
trendy bar tot het 17.30 uur is en onze 3D-film
begint. Even schrikken we omdat we denken dat de zomertijd al ingegaan
is en we
dus een uur te laat zijn. Maar gelukkig: op het grootste bioscoopscherm
van
Berlijn bekijken we met onze 3D-brillen ‘Ocean
Wonderland’. Voor
het avondeten werden we tijdens onze treinreis door
onze Berlijnse buurman getipt op het Italiaanse restaurant
‘Delizie d’ Italia
in de Kollwitzstrasse. Maar helaas is
dat toch iets te ver uit de richting en zo komen we terecht bij een
Egyptenaar
die bijna juichend zijn enige twee gasten van die avond binnenhaalt. Op
zijn
aanraden eten we zijn specialiteit; soep met een smaakje dat we nog
steeds niet
kunnen thuisbrengen. Helemaal uitgeput klimmen we al onze trappen weer
op en
leggen we de laatste meters in ons immense appartement af. Dinsdag 22 maart We
zien onze eerste Trabant en nemen een kijkje bij het
Italiaanse ‘Delizie d’ Italia’; het
restaurant waar onze Berlijnse buurman uit
de trein ons op getipt had, maar waar we helaas niet aan toe waren
gekomen. Er
zit niets anders op: we moeten nog een keer terug naar Berlijn om hier
te gaan
eten. We lopen door de Husemannstrasse,
dat door de DDR ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad
als een
prestigeobject werd gesaneerd. Veel is er niet tot stand gekomen; het
was 1984
en ze moesten onder tijdsdruk werken. En zo kwam het dat alleen de
zuidelijk
helft van de straat af kwam. Het contrast met de andere helft is groot.
We zien
in deze wijk geen enkele toerist en zo kan het gebeuren dat een
passerende automobilist
aan ons de weg vraagt. De
terrasjes lonken al weer een hele tijd en we strijken
neer bij ’Sowohl als auch’, ook weer een tip van
onze Berlijnse buurman uit de
trein. Een gouden tip mogen we wel zeggen. Het is er zelfs op deze
doodgewone
dinsdagmorgen bommetjevol. Zowel op het terras als binnen gaan de
Berlijners
massaal aan de taart. Ook nu valt ons weer op hoe graag ze blijkbaar op
een
terrasje zitten; de dekens hangen klaar voor de koukleumen. Maar de zon
maakt
het aangenaam en de warme melk met honing zorgt voor de rest. Ons oog wordt getrokken door een prachtig fabrieksgebouw, wat een voormalige bierbrouwerij blijkt te zijn. In zijn hoogtijdagen was het de grootste bierbrouwerij ter wereld. Boven de deuren en poorten staat waarvoor de verschillende ruimten werden gebruikt: hooizolder, zadelmakerij, flessenbier, smederij, stallen, timmerwerkplaats enzovoorts. Het is aan het eind van de negentiende eeuw gebouwd en heeft wel iets weg van een vesting. Niet voor niets verbleven daar ten tijde van de Tweede Wereldoorlog krijgsgevangenen en dwangarbeiders. Eigenlijk is het een stad binnen een stad. Sinds 1967 wordt er al geen bier meer gebrouwen en na de Wende werd het al snel een KulturBrauerei met ateliers en podia. Uiteindelijk
stappen we uit bij de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche. ‘Alles
is vergankelijk’ was het
onderwerp van de preek op 22 november We lopen door naar het Kaufhaus des Westens, waar je werkelijk alles kunt krijgen en dan ook nog in verschillende uitvoeringen. Een selectie uit de 7.000 m² grote delicatessenafdeling: 1.300 kaassoorten 1.300 worst- en hamspecialiteiten 400 soorten wijn 2.400 soorten brood 150 koks en banketbakkers (red: Ingrid’s smaak!) Uitgegeven:
26 maart
2005 BERLIJN
- Bijna een kwart van alle West-Duitsers en 12 procent
van de Oost-Duitsers willen de Berlijnse Muur terug, vijftien jaar na
de val
van de Muur. Dat blijkt uit een zaterdag gepubliceerd onderzoek van de
Vrije
Universiteit van Berlijn en het onderzoeksbureau Forsa onder 2000
Duitsers. Zij
moesten antwoord geven op de vraag: Zou het beter zijn als de Muur
tussen Oost
en West nog bestond?.
De
Berlijnse Muur was
het symbool van de Koude oorlog. De Muur viel op 9 november 1989 en
daarmee
kwam de weg vrij voor de hereniging van het communistische oosten (de
DDR) en
het kapitalistische westen van Duitsland op 3 oktober 1990. Ondanks het
feit
dat vele tientallen miljarden euro's in het oostelijke deel zijn
gepompt, heeft
de oude DDR nog steeds te maken met een hoge werkloosheid en een
dalende
bevolking. Uit
de peiling blijkt
verder dat 47 procent van de Oost-Duitsers het eens is met de
verklaring dat
het Westen "het oosten heeft verworven als een kolonie". Daar staat
tegenover dat 58 procent van de ondervraagde Westerlingen instemt met
de
verklaring dat de "Oosterlingen zwelgen in zelfmedelijden". Adressen Hotel Agon
Frankfurter Allee Scharnweberstrasse
21 – 22 Telefoon: +49 (030) 29 77 77 0 E-mail: info@agon-frankfurter-allee.de Website: www.agon-frankfurter-allee.de
Kollwitzstrasse 100 Telefoon: +49 (030) 48 49 49 77 Zondag gesloten, gerechten rond de € 8 |
|