let op de mensen op de boog!





Normandië



back

Home
Reisverslagen
Fotoserie




Normandië 2006

Wat er aan vooraf ging
Voordat Vincent weer aan een reeks reizen gaat beginnen, willen we nog een weekje weg. Waarheen? Geen idee; misschien een last-minute naar de zon of toch met de auto van Ingrid’s moeder naar Duitsland. Een hip appartement of lekker met de tent. Eén ding is zeker: het moet allemaal van vrijdag 12 t/m 19 mei gebeuren. De avond daarvoor bekijken we op internet de weersverwachtingen en helaas zitten we op een omslagpunt naar slechter weer. Als we zien welke kou op Duitsland afstevent, zetten we door die aanvankelijke bestemming maar een streep. De Ardennen en Luxemburg zijn al niet veel beter, voor de last-minutes via internet zijn we te laat. Het wordt Normandië in Noord-Frankrijk. Met de tent van Marilie.

Vrijdag 12 mei: Arnhem - Geersdijk
’s Ochtends pakken we in allerijl alles in. Altijd wat meer werk als je gaat kamperen. Nog snel kopen we een boekje over Normandië, een kaart kopen we onderweg wel. En zo zitten we rond de middag in de auto, op weg naar de eerste stop in Geersdijk – Noord Beveland. We willen vandaag zo kort mogelijk in de auto zitten, want dit schijnt voorlopig de laatste zonnige dag te zijn.Afrikaanse kunst op het strand bij Panne
In Geersdijk klust Ingrid’s vader druk aan het vakantiehuis. Wij fietsen lekker in de zon langs het Veerse Meer, zien op de kale akkers veel hazen en fazanten, drinken iets bij onze favoriete uitspanning met de toepasselijke naam ‘Veldzicht’. Zelfs op Noord Beveland lukt het Vincent een bekende tegen te komen en dan nog wel bij de afhaalchinees: Peter.

’s Avonds kijken we naar de finale van ‘Wie is de mol’ onder het genot van een echte Zeeuwse bolus. Het doorgaans doodstille Geersdijk wordt later in de avond opgeschrikt door de jongerensoos die een band naar het dorpshuis heeft laten komen. We verruilen het comfortabele bed aan de voorkant toch maar voor het stapelbed aan de achterkant.

Zaterdag 13 mei: Geersdijk – De Panne
We kiezen voor de kortste route naar België en dat is via de tunnel onder de Westerschelde door. We zitten maar liefst 65 meter onder de grond met heel wat kuub water boven ons. Via de Belgische kust zakken we af en zetten we onze tent op bij Camping Greenpark in De Panne. Na wat gebabbel met de beheerder blijkt dat er hier van alles te doen is. Het weer is schitterend, we diepen onze korte broek op en wandelen het Vlaams Natuurreservaat ‘De Westhoek’ in, het grootste aaneengesloten duingebied van België. Het is een mooie wandeling dwars door een werkelijk schitterend duingebied. We lopen een stuk over het Grenspad dat België van Frankrijk scheidt. Op het strand staat nog de oude grenspaal uit 1814 met daarop aan de ene kant een F (Frankrijk) en aan de andere kant een N (Nederland), omdat België en Nederland toen nog één geheel vormden.

We lopen over het strand terug richting De Panne. Onderweg zien we veel kitesurfers, de hit van dit moment zoals we gisteren bij de afhaalchinees van Peter hoorden. De boulevard is erg gezellig; er valt vanalles te zien, te doen en te consumeren. Iedereen is in opperbeste stemming vanwege het weer. Uitgebreid bekijken we op het strand een wel heel bijzonder kunstwerk van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Andries Botha. Samen met negen houtbewerkers maakte hij een hele groep levensgrote olifanten van stukken hout. Echt erg mooi en apart in deze zanderige omgeving.
Er steekt een koude zeewind op en we sluiten dan ook graag de dag in stijl af met Vlaamse frieten. Nog enigszins verkleumd vraagt Vincent in het frietkot naar de dichtstbijzijnde slijterij. ‘Wablief?? O, een drankencentrale!’ Tja, het Vlaams zorgt voor weinig problemen. Dat wordt wel anders als we morgen in Frankrijk onze weg moeten zien te vinden.

Zondag 14 mei: De Panne – Le Crotoy
We gieten op de camping de waterzak vol met eau potable (drinkbaar water) en doen de laatste dingen in De Panne: Vincent zet de olifanten nogmaals op de foto, Ingrid koopt brood. In België (en Frankrijk ook trouwens) ronden ze de eurobedragen niet af en voor het eerst sinds tijden glijden de muntstukjes van 1 en 2 eurocent weer door de vingers. We rijden het eerste stuk over de snelweg. Net voorbij Calais kopen we een wegenkaart en dan blijkt dat we de afslag naar de kliffen gemist hebben. De wegbewijzering in Nederland is zó goed, dat het in andere landen altijd een beetje behelpen is.
We slaan alsnog af en rijden binnendoor een stukje terug door een glooiend landschap. Het is erg landelijk met kronkelende weggetjes, nieuwsgierige koeien en pittoreske dorpjes. Overal zie je grote velden koolzaad. En zo belanden we via een schitterende route toch nog bij Le Cap Gris-Nez, een van de vele kliffen waar dit landschap zijn schoonheid aan dankt. Het is wat heiig, heel soms schijnt de zon een beetje. Het zicht op de kliffen is erg mooi, overal groeit Engels gras. We lopen een stuk over het voetpad dat bovenlangs vlak langs de klifrand loopt (Gr. Du Littoral). Je kunt er dagenlang lopen, maar wij gaan weer terug naar de auto. 

We vervolgen onze weg met de auto langs de kust. Helaas weten veel touristen deze mooie weg te vinden. Onderweg zie je steeds weer oorlogsmusea en oorlogsbegraafplaatsen. We stoppen in een dorpje met een mooi oud fort, waar de Duitsers zich nog verschanst hebben in afwachting van de Engelsen. De Tweede Wereldoorlag heeft zijn sporen overal achtergelaten. 

Onze volgende stop is in Wimereux met een heel rustige boulevard en relatief veel oude huizen. Eigenlijk denken we dat het Boulogne is, tot we het stadje uitrijden en vijf minuten later alsnog Boulogne binnenrijden. Dit valt in het begin erg tegen met veel nieuwbouw en drukte. Als we gedesillusioneerd de stad uitrijden, zien we een glimp van de hoger gelegen ommuurde oude stad. We rijden door een van de toegangspoorten naar binnen en vinden tot onze verbazing zonder moeite een perfecte parkeerplaats. We lopen door de schilderachtige, hellende klinkerstraatjes langs oude geveltjes. Erg leuk.
Snel gooien we de tank vol bij een goedkoop benzinestation (€ 1,29!) en komen aan in Le Crotoy. Nog net niet in Normandië, maar wél aan een mooie baai. We vinden een rustige camping buiten Le Crotoy: Camping Les Marguerites, met één ster blijkbaar niet echt een publiekstrekker. 

Maandag 15 mei: Le Crotoy – Yport
Al vroeg merken we dat het allemaal niet zo rustig is als we denken: we blijken vlak bij een zandafgraving te staan en al om half zeven beginnen de machines op volle kracht te draaien. We zijn dan ook al vroeg op pad en hebben onze eerste stop in Le Tréport. Dit eerste kustplaatsje in Normandië wordt geflankeerd door een ruim honderd meter hoge krijtrots. Wat het eerste opvalt, zijn de uitbundig ondergescheten auto’s. De vissersboten lopen binnen, enkele viskraampjes staan langs de weg opgesteld, de meeuwen volgen alles op de voet.
We steken het water over omdat het er vanuit de verte zo mooi uit ziet. Van dichtbij ook met allemaal oude huizen in allerlei kleuren en met veel hout. Echt nog een boulevard zoals er vroeger veel geweest moeten zijn. We hebben geluk: er is markt. Erg leuk om al die Fransen te zien struinen. Wij kopen een stuk brie voor de lunch en in een volgend dorp kopen we stokbrood. Weer typisch Frankrijk: overal zie je Fransen lopen met een stokbrood onder de arm. We lunchen op een bankje in de haven van Dieppe, een grote stad met grote huizen. Van oorsprong een rijke stad? In ieder geval kent het voor de Parijzenaars een zeer lange traditie als badplaats. In 1942 werd Dieppe zwaar beschadigd en vielen er duizenden doden toen de aanval van de Canadese geallieerden hier bij de kust door de Duitsers werd afgeslagen. 

Per toeval rijden we door het dorp Veules-les-Roses. Zelden zo’n mooi plaatsje gezien met zoveel mooie huizen met glanzende stenen op de muren. Een beekje kabbelt door het dorpje met hier en daar een houten waterrad. Echt een aanrader voor iedereen die in deze omgeving komt. Een pareltje met behalve een schoolklas geen enkele tourist. 

We naderen snel Fécamp en schrikken van de grootte en de drukte. De smalle eenrichtingsstraatjes drijven ons tot wanhoop en we kunnen de VVV nergens vinden. Gelukkig staat er in de ANWB-gids met kleine campings een adresje in het nabijgelegen Yport. In dit dorpje vinden we de VVV meteen, gewoon tegenover de kerk. We doen snel wat boodschappen in het buurtwinkeltje (Vincent gaat voor de bijl voor een schuursponsje en een fles rum) en zetten de tent op bij camping La Pature. Zeer landelijk, zeer rustig en zeer Hollands; de beheerder spreekt dan wel geen woord Nederlands, maar verder zien we alleen maar Nederlandse nummerplaten. Allemaal gepensioneerden die met hun caravan of camper kalmpjes naar het zuiden afzakken. 

We wandelen vanaf onze nieuwe kampeerplek via een alternatieve route terug naar Yport en komen uit bij de fonkelnieuwe boulevard, klaar voor het tourisme. Inclusief een groot casino, want ook dat kom je overal in Frankrijk tegen. Er is een aarzelend begin gemaakt met het eerste appartementencomplex en we vrezen dat we dit vredige plaatsje over een paar jaar niet terug zullen herkennen. We zitten ’s avonds lekker voor de tent en hebben volop een vakantiegevoel. Het is vandaag gelukkig droog gebleven. Niet echt warm, vooral sluierbewolking, maar we hebben niets te klagen. Normandië schijnt erg regenachtig te kunnen zijn. 

Dinsdag 16 mei: Yport – Étretat (te voet)
We zijn vroeg op, vandaag gaan we een mooie klifwandeling maken: heen te voet over de klifrand van Vattetot sur Mer naar Étretat en terug datzelfde stuk met de bus. Als we met de auto bij het bushokje van Vattetot aankomen, blijkt de campingbeheerder ons over de bustijden verkeerd te hebben geïnformeerd, dus dat wordt heen en terug lopen. Dat betekent dat we Étretat misschien niet zullen halen.
Het startpunt is een beetje lastig te vinden, maar al gauw lopen we tussen de velden koolzaad richting de kust. Dit stuk is al erg mooi. Na een bewolkte start is het de rest van de dag heerlijk zonnig. We voelen ons de koning te rijk als we boven over de klifrand lopen. De hele route komen we welgeteld twee mensen tegen (Hollanders!) en overal groeien bloemen die we in Nederland ook kennen: madeliefje, zuring, ereprijs, witte dovenetel, boterbloem. Links zien we in de verte wat dorpjes en velden koolzaad. En dan rechts steeds zicht op het water (Het Kanaal) en de kliffen met broedende meeuwen op de meest onmogelijke plekken. Af en toe zien we hoe hele stukken gesteente naar beneden zijn gegleden (aardverschuivingen). Niet voor niets waarschuwen ze om niet beneden langs de kliffen te lopen. We zien de eerste stenen boog uit het water oprijzen: La Falaise d’Amont, een kleintje. We komen uit bij een plaatsje en zijn stomverbaasd dat dit al Étretat blijkt te zijn. Een geinig, toeristisch plaatsje met een leuke boulevard. Daar zien we de tweede boog: La Falaise d’Aval, een grote, en daar pal naast een stenen punt van maar liefst 70 meter hoog, L’Aiguille. 

We lopen dezelfde weg terug en moeten ook nu door een paar droogdalen (Valeuzes), ontstaan door het diep inslijten van stromend water in de zachte mergelkliffen. Als we weer bij de auto zijn, rijden we door naar Fécamp om de e-mail te checken. En zo krijgen we het laatste nieuws mee dat Hirsi Ali hals over kop het land en de politiek gaat verlaten. We rijden naar de haven en eten in de zon een bak patat met vis. Dan snel terug naar de camping want wat is er leuker dan in de avondzon met een borrel voor je tent te zitten. Zodra onze buurman ons ziet, snelt hij naar ons toe: ‘Ik heb een nieuwtje voor jullie, Hirsi Ali ….’ Als blijkt dat wij van internet meer informatie hebben, hangt hij aan onze lippen en kan niet wachten tot hij dit verder kan vertellen. 

De campingbeheerder weet zeker dat morgen de zon schijnt en dat het daarna minder wordt. En dat terwijl we bedacht hadden om morgen richting de D-day stranden te gaan. We hebben er niet zo veel zin in om uren in de auto te zitten als de zon schijnt en besluiten hier te blijven. De D-day stranden zullen we tot een volgende keer moeten bewaren. 

Woensdag 17 mei: Yport
De beloofde zon blijft uit, maar we gaan natuurlijk toch een wandeling maken. De campingbeheerder heeft de route voor ons uitgetekend, dit keer zonder kliffen maar desalniettemin zeer de moeite waard. Terug op de camping blijkt Ingrid haar sjaal onderweg verloren te hebben, dus daar gaan we weer. Ieder zoeken we vanaf een ander punt en na een paar minuten vindt Ingrid hem al, maar het is nog een heel eind lopen naar de plek waar Vincent zoekt en wacht. 

We rijden weer naar Étretat, want we willen vandaag een nieuw stuk langs de kliffen lopen. Met stokbrood, kaas en olijven verzamelen we krachten en gaan dan lopen. Overal op het pad kruipen jonge rupsjes, het is haast onmogelijk om er niet op te trappen. We hebben mooi zicht op de stenen bogen en zien de allergrootste boog: La Manneporte. 

Als we terug op de camping zijn, zetten we de auto strategisch neer zodat we zo min mogelijk last van de wind hebben. We zetten een autodeur open en zetten aan de andere kant het tafeltje op z’n kant en zo hebben we relatief weinig last van de wind. Als de overburen Herman en Gerda uit Lelystad ons op de koffie uitnodigen, happen we toch graag toe. Na de ravioli kloppen we aan en kunnen in de warme caravan meteen vier lagen kleding uittrekken. Later begint het vreselijk te regenen. Kortom, deze uitnodiging kwam ons zeer goed uit. 

Donderdag 18 mei: Yport – Ailly sur Noye
We pakken vroeg alles in en wagen ons nog één keer in Fécamp om het Bénédictine Paleis te bezoeken, waar de kloosterlikeur bénédictine wordt gemaakt, een destillatie van 27 planten en kruiden. Daarna trekken we oostwaarts. We zoeken de rustige wegen op. Het is de hele dag stralend weer en zoeken redelijk vroeg een camping op zodat we nog even van het mooie weer kunnen genieten. We strijken neer op de gemeentecamping van Ailly sur Noye, een leuke plek aan een riviertje. Het is de goedkoopste plek tot nu toe (€ 8 per nacht), maar voor het eerst is het inclusief WC-papier! Snel zetten we de tent op en zo gebeurt het dan toch nog op de allerlaatste avond: in de zon met een boek en een borrel! We zijn zo ongeveer de enige gasten. 

Vrijdag 19 mei: Ailly sur Noye – Arnhem
We pakken vroeg in, het is nog een hele rit. Op de valreep regent toch de tent nat en ontbijten we onder een afdak. Het blijft die dag regenachtig, dus al met al hebben we best geluk met het weer gehad. We rijden via Amiens en de Ardennen terug. Het stuk in de Ardennen is erg mooi met veel kastelen. Ook Dinant stemt nieuwsgierig, maar de tijd ontbreekt ons. In Zuid-Limburg beginnen de files. Het staat muurvast op de snelweg en ook op de sluiproute zit er geen snelheid in. Niet echt een leuke afsluiter en daarom besluiten we in Echt op ons gemak patat en een frikandel speciaal te gaan eten. Na deze stop zijn de files weer opgelost. In het donker rijden we de Bergstraat in. We kunnen terugkijken op een erg leuke week waarin we veel mooie dingen hebben gezien en gedaan. Eindelijk kan Ingrid zeggen dat zij ook in Frankrijk is geweest.

                                                                                                                                   top








Routekaart

Normandiëkaart

Detailkaart