klaprozen in juni





Denemarken



back

Home
Reisverslagen
Fotoserie





panoroma 1
panorama 2




8 t/m 21 juni 2008

Wat eraan vooraf ging
Een korte vakantie tijdens het EK-voetbal, dat moest het worden. We hoopten op een goedkoop vliegticket naar Portugal omdat iedereen voor het voetbal thuis wil blijven. De donderdagavond voor vertrek speurden we het internet af, op zoek naar een last-minute. Maar overmorgen vertrekken was blijkbaar te speedy en zo kwamen we naar lang zoeken toch uit op de andere optie: de Polo van Ingrid’s moeder. De keuze viel op Denemarken. 

Zaterdag moest er nog een hoop gebeuren. Wat boekjes  gekocht over Denemarken bij de ANWB en een paar tassen met boodschappen omdat in Denemarken alles een stuk duurder schijnt te zijn. ’s Avonds nog op het internet op zoek naar goedkope campings, maar na middernacht had dit nog steeds niet veel opgeleverd. Nog sterker, we ontdekten dat ook het kamperen in Denemarken behoorlijk prijzig is. Inmiddels was het na middernacht en we moesten alles nog inpakken. We besloten dat de volgende ochtend te doen en de eerste nacht in Duitsland de tent op te zetten

Zondag 8 juni
We gooien de achterbak vol eten, de achterbank vol kampeerspullen en om 11 uur rijden we de straat uit. Op de valreep worden we uitgezwaaid door onze vriendinnen Hella en Bea die we per toeval op straat zien lopen. Tegen de avond rijden we de Camping Roland in Bad Bramstedt op, net boven Hamburg. Hij staat in de ANWB-gids, dus we zien ons omgeven door Hollanders. De camping is prima, maar helaas langs een drukkere weg. Een echte passantencamping dus. Voor het eerst pompt Ingrid haar nieuwe luchtbed op en propt het in de tent. Zij ligt daar op eenzame (maar uiterst comfortabele) hoogte terwijl Vincent zich groot houdt op zijn inflatable matje. Nee, ruilen is niet nodig, een luchtbed is voor watjes!

Maandag 9 juni
Al snel rijden we Jutland in. Vanaf nu betalen we met kronen (1 euro = 7,5 kronen) en zeggen we ‘tak’ als we bedanken. De Polo rijdt als een zonnetje. Via de westkant rijden we naar het eiland Rømø, een paradijs voor strandbezoekers. ’s Zomers komen hier dagelijks tienduizenden mensen genieten van de zeer brede zandstranden van 2 tot 4 kilometer. Nu is het gelukkig nog erg rustig. We krijgen van twee Hollanders (Jan en Dinie) een campingtip en besluiten een nacht op dit eiland te blijven. Uit de Rother Wanderführer over Jutland lopen we wandeling 37 over Kirkeby Plantage en Vråby Plantage, een wandeling van zo’n 3 uur. De beschutte stukken zijn erg warm met weinig zicht. Maar gelukkig is het vooral een mooi gebied met zand, heide, kleine meertjes en naaldbomen. Ook vallen de vele huisjes met rieten daken op. 

We checken in op de Rømø Familiecamping, kopen de verplichte campingpas van 90 kronen die in heel Denemarken geldig is en installeren ons op het enorme veld, samen met een handjevol medekampeerders. Ingrid pompt het luchtbed weer op, Vincent gaat vliegeren. We rijden naar het strand, sterker nog: we rijden er op. Het is hier heel gebruikelijk om op het strand te cruisen. Een raar gezicht, die auto’s op dat onmetelijk brede strand. Van de eigenaar horen we dat het al 5 weken warm is zonder regen, een unicum voor Denemarken. Maar als de zon achter de bomen zakt, wordt het fris. We zoeken de warmte op in de camper van Jan en Dinie. Van hen horen we dat ons veld afgelopen weekend overvol was met surfers uit Duitsland.

Dinsdag 10 juni
’s Ochtends is het bewolkt met veel wind. Tijd om weer op pad te gaan, ditmaal met de dimlichten aan want dat blijkt verplicht te zijn in Denemarken. Ribe is ons volgende doel, de oudste stad van Denemarken. Een tijdje was het zelfs de grootste stad. Maar dat is lang geleden. Het is nu een innemend plaatsje met veel klinkerstraatjes, vakwerkhuizen en rozen. Na een ronde over de begraafplaats slenteren we door de straatjes. Het is stralend weer met prachtige wolkenluchten. We beklimmen de toren voor een fraai uitzicht over stad en omgeving. In totaal ruim 500 traptreden, maar je moet er wat voor overhebben. We checken gratis de e-mail en het weer bij de VVV, eten patat en ijs op het terras en schrijven een paar kaarten. Daarna laten we Ribe achter ons. 

Na lang zoeken en een paar keer fout rijden, komen we eindelijk aan in Blåvands Huk, pal aan de Noordzeekust. Dit meest westelijk gelegen dorp is erg toeristisch met vooral veel winkeltjes en een vijfsterren-camping met voorzieningen waar we niet op zitten te wachten. Al met al tegenvallend en na wat dubben besluiten we naar een camping in Hemmet te gaan, gerund door een Hollandse boerenfamilie. Helaas zit het echtpaar een paar dagen in Ierland en is de zoon superdruk om de veehouderij draaiende te houden. Hij is kortgeleden een week in Nederland geweest, maar hij is blij dat hij weer terug is in zijn tweede vaderland. Wat wil je ook met zoveel ruimte per inwoner. Het land is 1,3 keer zo groot als Nederland, maar er wonen maar 5,5 miljoen inwoners. Daarvan wonen er al zo’n 2 miljoen in en rondom de hoofdstad Kopenhagen.
We zetten de tent op het ene veldje, op het andere veldje staan 2 caravans. Er staat erg veel wind, maar de bomen houden veel tegen. Met port, pinda’s en een boek zitten we lekker warm in de auto. 

Woensdag 11 juni
We ontbijten naast de melkinstallatie en lopen een rondje over de boerderij. Het is een erg fijne camping, maar we willen toch verder gaan. Er is hier niet zo veel te beleven, al staan de twee caravans er al een maand. We nemen een kijkje bij Bjork Havn: ook toeristisch, maar leuk. Een stukje verderop is een nagebouwd vikingdorp. Het gaat pas om elf uur open, maar we zien toch al wat nagebouwde schepen en een woning. Langs de kust rijden we verder naar het noorden en rijden ineens een verrassend mooi gebied in. Hier vallen we als een blok voor de Marguerit-route, oftewel de Margriet-route. Een toeristische route langs de mooiste plekjes van Denemarken via de rustige wegen. Met bordjes staat de route duidelijk aangegeven. Ons einddoel is de Safari Camping in Rebild, onze meest noordelijke bestemming aan de oostkust, ten zuiden van Aalborg. ’s Avonds nuttigen we de meest uitgebreide maaltijd tot nu toe met macaroni om een bodem te leggen voor de lange wandeling van morgen. ’s Avonds verkennen we alvast het startpunt van de wandelroute.

Donderdag 12 juni
Om 7 uur, als de camping in Rebild nog in diepe rust is, ontbijten we lekker in de zon. Dat belooft veel goeds. Uit de Rother Wanderführer lopen we wandeling 39 over Rebild Bakker en Rold Skov. De wandeling knoopt eigenlijk een paar gele routes aan elkaar. Dat zijn korte wandelingen die door heel Denemarken zijn uitgezet. Het is soms flink stijgen en dalen met veel bos en hei. ‘Bakker’ betekend dan ook ‘heuvel’ in het Deens. Dit Nationale Park staat bekend als het meest ruige gebied van Denemarken en wordt met het Wilde Westen vergeleken. Dit komt ook daardat de Amerikaanse president Lincoln oorspronkelijk uit dit gebied komt.
We komen helemaal niemand tegen tot we op een schoolklas stuiten. In een poging om ze af te schudden, raken we ongemerkt van de route van het boekje af. Gelukkig hebben we bij de start van de wandeling een kaartje mee kunnen pakken, heel gebruikelijk in Denemarken. Soms snappen we niks van het kaartje, de paden lijken dan heel anders te lopen. Een man stapelt met een speciale kraan de omgehakte boomstammen netjes op. Verder is het stilletjes hier. Alleen een hert dat opeens het pad oversteekt. Als we weer een smal pad opklimmen zegt Vincent schertsend: ‘Dat vermindert de kans dat we iemand tegenkomen.’ Hij is nog niet uitgesproken of een schaap met lam komen de hoek om gespurt!

Na 5 uur lopen hebben we het gebied grotendeels doorkruist. Het was een schitterende route, met name het tweede gedeelte door het heidelandschap. Dat we niemand tegenkwamen maakte het extra speciaal. Na chips en een douche zijn we weer fit genoeg voor een kortere wandeling om het Store Okssø meer, als een spiegel zo glad met een mooie weerkaatsing van de omliggende bomen. Overal langs het water zien we wolgras, schitterend! In de verte vallen fikse regenbuien en bij ons schijnt de zon. Typisch Denemarken: de weersverwachtingen kunnen nog zo slecht zijn, het is maar net waar het valt.

Vrijdag 13 juni
Na een relaxed ontbijt in de zon is het tijd om weer in te pakken om naar Djursland te gaan, een uitstekende punt aan de oostkust, aan het Kattegat. We rijden deels over de Margriet-route en deels over fietsroute 5. Als enige passagiers steken we met het pontje over bij Udbyhø. Het is heerlijk rustig en het landschap spreekt ons erg aan. Zo glooiend en vriendelijk. 

Kort lopen we door het plaatsje Grenaa. We kijken hoe duur de Ecco-schoenen zijn, want het is immers een Deens product. Maar omdat Denemarken toch een duur land is, kunnen we hier niet echt onze slag slaan. Dat doen we wel bij het internetten, want dat blijkt in het plaatselijke café gratis te zijn, uiteraard na een consumptie besteld te hebben. 

Na Grenaa gaan we op zoek naar een camping en het wordt uiteindelijk Rugaard, pal aan het Kattegat ofwel een mooi strand. Het staat er vrij vol met vaste gasten en geef ze eens ongelijk, wat een plek! Helemaal aan het eind waar geen elektriciteit is, vinden we nog een rustig plekje. Het is pas vier uur, maar we besluiten het voor de verandering eens rustig aan te doen en er niet meer op uit te trekken. Stoeltje voor de tent, boekje lezen, plaatjes schieten. Een haas loopt op zijn gemak vlak voor ons langs. Uiteindelijk maken we nog een kleine wandeling door een mooie weide, namelijk een deel van wandeling 47 uit de Rother Wanderführer. ’s Avonds eten we flink veel als voorbereiding op de wandeling van morgen. We zitten lekker in de TV-room, de vele zwaluwnestjes onder de dakgoot zorgen voor veel leven.

Zaterdag 14 juni
Vandaag maken we een van de zwaarste wandelingen van onze vakantie: wandeling 48 uit de Rother Wanderführer over de Mols Bjerge, de rode kleur geeft aan dat hij zwaar is. We staan al om 6 uur op omdat we vroeg willen starten; vanmiddag schijnt het flink te gaan regenen en het is een wandeling van 6 uur. We starten vanaf Trehøje en de wandeling is schitterend. Erg afwisselend, mooie uitzichten, mooi weer, veel door weides met veel veldbloemen. Regelmatig komen er groepjes paarden nieuwsgierig op ons afgelopen. In de bossen zien we wilde kamperfoelie. Het is veel klimmen en dalen.
Uiteindelijk krijgen we dan toch onze regenbui bij Agri, vlak bij het hoogste punt. We kunnen schuilen onder een boom en gelukkig duurt het niet al te lang. Bij deze ene bui blijft het, al vallen er genoeg buien om ons heen, maar we hebben weer eens alle geluk. Het uitzicht vanaf het hoogste punt is erg mooi en het is ook daar dat we de eerste mensen zien. Het laatste stuk is zwaar voor Ingrid, maar dat mag ook wel na 7 uur lopen. Als we weer bij onze auto komen, scharrelen er ineens aardig wat mensen rond het uitkijkpunt, de auto is flink opgewarmd in de volle zon. 

Op de terugweg doen we Ebeltoft aan. In het reisgidsje wordt dit erg aangeprezen, maar wij vinden het niet erg speciaal. Ribe beviel ons beter. Wél zijn we benieuwd naar het Jyllund fregat, maar daar zijn we nu te laat voor. En te moe! We strijken neer in een snackbar voor een enorm bord patat en gratis internetten. Onderwijl komt de regen met bakken uit de hemel. Maar ons hoor je niet klagen!

top
Zondag 15 juni
Na een rustige start moeten we toch nog snel weg van onze kampeerplek want Ingrid moet dringend naar het toilet dat zeker een kilometer lopen over de camping is.  We zitten daar zo ver vandaan, dat je dat toch echt met de auto moet doen, zeker in geval van nood. Het afrekenen duurt wat langer dan normaal omdat er een zeehond met jong gesignaleerd zijn. Erg zeldzaam en daarom top priority. 

In Ebeltoft kopen we brood bij de supermarktketen Føtex. Dat blijkt een schot in de roos te zijn, want vanaf nu kopen we alleen nog maar dit brood. Het houdt het midden tussen zwaar brood en roggebrood, een heel gewicht, heerlijk! Na een foto van het fotogenieke oude raadhuis gaan we naar het Jylland fregat, een oorlogsschip dat bijna 150 jaar geleden op zee zware gevechten voerde. Erg indrukwekkend om op en binnenin het schip rond te lopen, vooral als je je probeert voor te stellen wat zich hier allemaal afgespeeld heeft. 

Als we Ebeltoft uitrijden, gaat het erg hard regenen en terwijl we naar het rivierengebied rijden blijven er geregeld buien vallen. Uiteindelijk strijken we neer op de Skyttehusets Camping in Silkeborg. We hebben aan twee kanten zicht op een meer, erg mooi en weer heel anders dan de voorgaande campings zo midden in het bos. Maar we hebben ook nog nooit zo dicht op de andere kampeerders gestaan. We gaan meteen de directe omgeving verkennen en lopen gedeeltelijk om het meer heen dat zo schoon is dat het water drinkbaar is. Tijdens de wandeling stuiten we op de andere camping die we op het oog hadden. Het blijkt een walk-inn camping te zijn zonder enige voorzieningen, wat ons betreft iets te veel van het goede. We eten bij de tent en worden stapeldol van de midges maar gelukkig weet er geen een tot in de tent door te dringen.

Maandag 16 juni
Bij het ontbijt besluiten we om meteen te gaan kanoën, vanmiddag gaat het volgens de weersverwachting regenen. Alhoewel dit volgens het meisje van de camping niks zegt. We huren een aluminium Canadese kano voor drie personen, vragen aan de eigenaar wat het mooiste gedeelte van het waterrijke gebied is en gaan van start. De eerste twee uur komen we helemaal niemand tegen. We zien veel jonge eenden en futen, weten de lagune feilloos te vinden en genieten van het mooie weer terwijl links en rechts van ons de buien zich aftekenen. Na precies 4 uur en 14 kilometer kanoën zijn we weer terug bij de camping. 

Na de lunch rijden we naar Silkeborg, maar dat is niets bijzonders. Misschien ook omdat het regent. Het wereldberoemde veenlijk in het plaatselijke museum slaan we even over. Wél checken we uitvoerig onze mail bij de VVV en vragen een wandelkaartje voor morgen. Op de camping sluiten we de dag waardig af met tijgernootjes, een dutje en een wandelingetje. 

Dinsdag 17 juni
Ook vanmorgen kunnen we in de zon ontbijten. Het wordt bijna een gewoonte hier, maar we zijn ons ervan bewust dat we erg veel geluk hebben met het weer. Vandaag gaan we weer een stukje zuidelijker, weer een stukje verder richting thuis. Maar we maken eerst een wandeling rondom Himmelbjerget met zijn uitkijktoren. Het is veel stijgen en dalen.

Daarna maken we een tussenstop in Vieje aan de oostkust, waar een mooi fjord moet zijn. We zijn niet echt onder de indruk, ook omdat het niet dat hoge en stijle heeft wat je er van verwacht. Eigenlijk is het een gewoon meer (oei, we worden blasé). Maar een leuke lunchplek is het desalniettemin en in Vieje is er een Føtex, ons vaste broodadresje.

Het Viejedal is schitterend, zeker als je de hoofdwegen mijdt. We checken in bij de camping in Egtved en merken al meteen dat het een schot in de roos is. Wij staan als enigen op een groot, glooiend veld aan het meer. Opvallend dat de mooiste plekjes vaak voor de tentjes zijn. We zetten de tent op, klappen de stoeltjes uit, Ingrid pompt voor de zoveelste keer haar luchtbed op en Vincent draaft het veld over met zijn bestuurbare vliegende matras. Heerlijk relaxed zo, vooral die stoeltjes.

Woensdag 17 juni

Vandaag gaan we naar Legoland voor 250 kronen per persoon (ruim 33 euro). It better be good! Er lopen aardig wat mensen rond, maar we hoeven nergens echt te wachten. We gaan in een boomstam door een waterstroom en belanden onbedoeld in de meest wilde attractie. Het was een woeste rit, complete waanzin, waar Ingrid vrij hysterisch en met hoge nood weer uit kwam. We bekijken een soort Madurodam, waarbij alles met legosteentjes is nagebouwd. Hierbij is veel plaats ingeruimd voor het Hollandse polderlandschap en Amsterdam. Na afloop kun je de legosteentjes in alle kleuren en maten per stuk kopen. Het is niet te vergelijken met wat er een jaar of 40 geleden in onze speelgoedkist lag. Maar ook toen hadden we er veel plezier mee.

Het was erg leuk, maar we zijn kapot door het slenteren. Ingrid doet terug op de camping een dutje in de auto en ziet bij het ontwaken Vincent nog net in haar ooghoeken langs schieten En jawel hoor: vlieger hoog in de boom. Ingrid klimt er een stuk in en merkt al gauw dat dit niet gaat lukken op die manier. Gelukkig krijgt de wind er uiteindelijk wat meer vat op en na wat subtiele rukjes van Vincent schiet hij gelukkig onbeschadigd los. Wat een enerverende dag al met al!

Donderdag 19 juni
Vandaag zakken we weer een stukje af en rijden naar het eiland Funen. Om te beginnen bekijken we Odense, de stad waar de beroemde sprookjesschrijver Hans Christian Andersen zo’n 200 jaar geleden geboren werd. Het stadspark is leuk omdat we een zwanenpaar met zes jongen uitgebreid kunnen bekijken. De lunch is subliem omdat we per ongeluk het verkeerde krijgen (shoarma in plaats van french fries). Maar verder is Odense niet echt bijzonder. Tot we in het H.C. Andersens Kvarter belanden dat nog enkele straten met de kenmerkende, lage huisjes herbergt. Echt schilderachtig met overal prachtige stokrozen, klinkerstraatjes en als klap op de vuurpijl: verboden voor auto’s! 

Er valt veel regen als we naar onze laatste camping in Denemarken rijden. Diernæs Camping, onze eerste 2 sterren, maar we zijn erg tevreden. Het ziet er perfect uit met een erg aardige eigenaar en gratis internet. Nou, dan is het bij ons al snel goed. Voor het eerst moeten we wachten tot het droog is voor we de tent op kunnen zetten maar met het gratis internet vermaken wij ons prima. 

Uiteindelijk kunnen we de tent dan toch opzetten en na het eten maken we nog een rondwandeling op aanwijzingen van de campingeigenaar. Omdat het hier pas zo laat donker wordt, heb je ’s avonds altijd nog alle tijd om van alles te doen en vaak doen we dat dan ook. We passeren het landgoed Hvidkilde. Het park van het landgoed is toegankelijk, maar de gebouwen niet. 

Vrijdag 20 juni
Onze laatste dag hier en die willen we ten volle benutten. Het plan om te gaan fietsen laten we varen omdat de beschikbare fietsen maar drie versnellingen hebben. Per toeval rijden we langs het Brænegård-meer, waar in 2001 tijdens het broedseizoen wel 3.500 aalscholver-paartjes neerstreken. Nu zitten er grof geschat nog ‘maar’ een kleine 1000. Langs de weg kopen we eindelijk ons eerste doosje aardbeien. Vers van het land, lekkerder kun je ze niet krijgen. Ze ruiken heerlijk en smaken nog beter! 

Deze dag verblijven we uren in en rondom kasteel Egeskov. Samen bekijken we het kasteel, althans een gedeelte want de rest is nog bewoond. Er is van alles te zien. Over de foute hobby van een vroegere graaf (jagen), een enorm poppenhuis dat een Engelsman lang geleden in 15 jaar tijd voor zijn dochter gebouwd had, steeds een mooi uitzicht op het park. 

Als we in de vroegere werkplaats van de smid rondkijken begint het te hozen, dus de smidse loopt ineens snel vol. Daarna splitsen we: Ingrid bekijkt de tuinen en Vincent de tentoongestelde auto’s en motoren. Het is een unieke collectie en alles ziet er piekfijn uit maar het mooiste staat misschien wel op zolder: de auto’s en motoren waar nog niets aan is gedaan en waar in de expositieruimte geen plaats meer voor is. Zij aan zij staan zij onder het stof op een grote zolder en er gaat een mystieke bekoring van uit. Bijzonder is ook het filmpje van een man van 87 die al 57 jaar een Harley Davidson heeft weggestopt in zijn schuur onder een grote berg rommel. Als een schatkist die ineens wordt opgegraven! Als laatste doen we nog de tree-top-walk en lunchen in het gras. Echt allemaal zeer de moeite waard. 

Als laatste gaan we via een schilderachtige kustroute nog even naar Faaborg. Alle winkels zijn inmiddels dicht, dus het is allemaal een beetje duf. Na een kort rondje en een bord patat checken we nog even de tijden en prijzen van de veerpont. Op de camping zijn er een paar gasten bijgekomen, de Denen hebben bijna vakantie. Wegwezen dus! 

Zaterdag 21 juni
We gaan al vroeg op pad omdat we verzekerd willen zijn van een plaats op de veerpont. Echt nodig blijkt dit niet te zijn, maar nu hebben we nog alle tijd voor een laatste wandeling langs de kust. Via Hamburg en Bremen snorren we terug en duiken op de valreep nog het tuincentrum van Lochem in om een paar stokrozen te kopen. Als aandenken aan Denemarken. En nu maar hopen dat ze het bij ons net zo goed doen als daar. 

We kunnen terugkijken op twee prachtig mooie weken waarin we veel hebben kunnen wandelen, mooie kampeerplekken hadden en volop konden genieten van de rust en de ruimte van Denemarken.

In totaal reden we 2600 kilometer van huis tot huis.


Kort nadat we terug keerden in Nederland stond dit bericht op het internet:

Uitgegeven: 1 juli 2008

WASHINGTON - Denemarken is het gelukkigste land ter wereld. Puerto Rico en Colombia komen daarna, gevolgd door onder meer IJsland, Zwitserland en Nederland.
Inertia Stock

Dat blijkt uit het jongste World Values-onderzoek, waarvan de resultaten maandag zijn gepubliceerd. In totaal werden 350.000 personen wereldwijd gevraagd aan te geven hoe gelukkig en tevreden ze zijn.
De Denen met hun democratie, sociale gelijkheid en vredige omgeving bleken het gelukkigst. De Zimbabwanen, die kampen met een politieke en economische crisis, zijn het ongelukkigst. Het rijkste land ter wereld, de Verenigde Staten, staat op de zestiende plaats.
Sinds het eerste onderzoek in 1981 is de wereld gelukkiger geworden, in ieder geval in de meeste van de 52 onderzochte landen.


top
                                                                                           





Routekaart

Kaart Denemarken

Rebildwandeling

Mols Bjerge-trek

Legoland

Internetartikel

kanoen bij Silkeborg