Uberbaumbrucke





Berlijn



back

Home
Reisverslagen
Fotoserie






Wat er aan vooraf ging
Eigenlijk wilden we een weekendje naar de Ardennen in een huisje met een open haard. Maar gaandeweg begonnen we steeds meer te voelen voor Berlijn, een stad waar we ooit afzonderlijk van elkaar geweest waren en die we na alle ontwikkelingen graag weer wilden bekijken. Voor Ingrid was het 20 jaar geleden in de tijd dat de muur er nog stond. Voor Vincent was het 7 jaar geleden toen hij tijdens zijn grote fietstocht Berlijn aandeed en de stad aan alle kanten in de steigers stond.

Berlijn dus, van 19 t/m 22 maart 2005. Zo’n anderhalve week van tevoren hebben we alles geboekt. Eerst een treinticket (€150 retour voor ons beiden). Daarna als een haas naar het reisbureau om beslag te leggen op de laatste kamer van hotel Agon (3 nachten voor de prijs van 2, oftewel €223 voor ons beiden). Overnachten in Berlijn blijkt erg duur te zijn; in de Lonely Planet was een overnachting op een slaapzaal al €20 per persoon per nacht. Geen wonder dat wij de voorkeur gaven aan een driesterren hotel voor €37 per persoon per nacht. 

We waren bijna vergeten om de hotelvouchers bij het reisbureau af te halen omdat we weer eens onze voicemail niet afgeluisterd hadden. Maar een half uur voor sluitingstijd wist Vincent ze dan toch nog te bemachtigen en kon onze trip beginnen: naar Berlijn van 19 maart tot en met 22 maart.

Zaterdag 19 maart
Om 9.15 uur vertrekken we met de ICE vanaf onze thuishaven Arnhem. Soms wel met ruim 220 km/u razen we door Duitsland. Dit kun je aflezen boven de deur van ons rijtuig. Het ziet er allemaal erg grauw en regenachtig uit. Van een sympathieke Berlijner krijgen we wat tips, onder andere om naar de Kollwitzplatz te gaan. Hij geeft ons zijn kaartje zodat we hem kunnen bellen als dat nodig is; een erg sympatiek gebaar. Om 15.15 uur komen we in een zonnig Berlijn aan. Ingrid is zo slim om aan de conducteur te vragen of we tot aan de Ostbahnhof, dichter bij ons hotel, kunnen blijven zitten. Dit is geen probleem. Vanuit de trein, die dwars door de stad over een hoog gelegen viaduct slingert, doen we onze eerste indrukken op; we staan te trappelen om er op uit te gaan. 

Bij de Ostbahnhof stappen we uit, waarna we met de U-Bahn (metro) via Alexanderplatz op de halte Samriterstrasse uitstappen. We moeten wel even aan het vervoerssysteem wennen want we maken meteen de fout door ons kaartje niet af te stempelen, maar wel in te stappen. Al voor we het eerste station bereiken, komt een punkachtige dame de kaartjes controleren. ‘Nicht gut, aussteigen und stempeln!’ legt ze ons uit. Dat was duidelijk taal. Zo gezegd, zo gedaan. 

Hotel Agon (in het voormalige Oost-Berlijn) ziet er mooi en sfeervol uit en omdat het pas in 2003 gebouwd is ook nog vrij nieuw. We blijken in een apart gebouw te zitten en klimmen met de weinige bagage die we bij ons hebben naar de derde etage. Het is altijd even spannend hoe je hotelkamer er uit ziet maar dit keer zijn we met stomheid geslagen. Een kamer kan je dit niet meer noemen, het is gewoon de gehele bovenste verdieping: een levensgrote kamer van 70 m² met naast het bed ook nog een eethoek, een bureau en een zithoek inclusief TV en koelkastje. Verder een badkamer, nog een tweede toilet en een keukentje met nog een koelkast. Bovendien is het gehele appartement voorzien van vloerverwarming. Kortom, je kunt wel stellen dat we mazzel hebben. Alles bij elkaar is deze ‘suite’ een stuk groter dan onze eigen flat. Al snel begint onze ontdekkingstocht door Berlijn; te voet door onze wijk.

Friedrichshain naar Kreuzberg. We bekijken eerst de Oberbaumbrücke, waarover regelmatig een gele metro rijdt. De brug raakte in de oorlog deels beschadigd en kon tot het herstel zo’n tien jaar geleden alleen door voetgangers gebruikt worden. De brug werd altijd gebruikt als grenspost. Een boomstam – de Oberbaum – voorkwam dat men naar de stad reed. 

Voor we de brug overlopen, bekijken we nog even de East Side Gallery; 110 kunstenaars uit 24 landen hebben de muur aan de oostelijke kant in de herfst van 1990 veranderd in een openluchtgalerie van 1,3 kilometer lengte. We steken via de Oberbaumbrücke de rivier de Spree over en lopen via allerlei straten naar de Oraniënstrasse voor een overheerlijk broodje Kebab. Subliem!! Vanachter het raam zien we hoe met veel politiewagens de straat wordt afgezet tot er uiteindelijk een hele stoet met mensen en auto’s langskomt met zowel mannen als vrouwen met hoofddoek. Ze blijken het Koerdische nieuwe jaar te vieren en geven er ongetwijfeld een politiek tintje aan. Op de terugweg nemen we de zogenaamde S-Bahn, een bovengrondse variant van de U-Bahn. En ook nu vergeten we na het trekken van de kaartjes om deze af te stempelen. Een aardige oplettende voorbijganger wijst ons daar gelukkig op. Deze tip scheelt ons € 40 per persoon want dat kost het als je zonder geldig vervoersbewijs wordt gesnapt. Voorwaar geen kattenpis.

Zondag 20 maart
We hebben de wekker al voor 7 uur gezet en zo komt het dat we al in alle vroegte aan het ontbijt zitten. Het uitgebreide buffet weet ons aardig bezig te houden. Ook omdat we nog moeten bedenken wat we vandaag gaan doen. Het wordt de wijk Spandauer Vorstadt (voormalig Oost-Berlijn). De zon schijnt volop, al is het dan behoorlijk koud. Maar ons hoor je niet klagen! We kopen aan de receptie van het hotel eerst een CityTourCard waarmee we drie dagen onbeperkt met het openbaar vervoer kunnen rijden (€ 18,90 per persoon). Bovendien krijg je bij een aantal musea een aardige korting. Een ander voordeel voor ons is dat we onze kaarten nog maar één keer hoeven af te stempelen. 

We stappen uit op de Alexanderplatz, waar nog een enkel vervallen gebouw herinnert aan vroegere tijden. Voor de Wende was het voor de Oost-Berlijners hun centrum en een plek om te demonstreren. Op het plein staat de televisietoren; met 368 meter het hoogste gebouw van de stad. We zien al snel een grote cirkel met beschilderde beren. Elke beer vertegenwoordigt een land en is door een kunstenaar uit dat betreffende land beschilderd. Met elkaar symboliseert het de wereldvrede. En al staat er dan geen beer van Nederland bij, toch is het erg leuk om al die variatie te zien. 

De Berliner Dom kunnen we niet in omdat er net een kerkdienst begint. We bekijken de Museuminsel met zijn enorme musea, maar we hebben, ook vanwege de zon, nog geen zin om al ergens naar binnen te gaan. Zelfs niet in het Pergamonmuseum, wat toch het drukstbezochte museum van Berlijn is. 

In plaats daarvan gaan we naar het Centrum Judaicum, waar de gouden koepel van de synagoge al van ver te zien is. De synagoge die er nu staat is vrij nieuw, maar het origineel komt uit 1866. Tijdens de Kristallnacht van 9 november 1938 voorkwam een moedige politieagent dat de synagoge verwoest werd, maar na een Britse bomaanval in november 1943 gebeurde dit alsnog. Pas tussen 1988 en 1995 werd het weer gedeeltelijk opgebouwd. De toegangscontrole is erg streng: Ingrid moet een slok uit haar bidon nemen om te bewijzen dat het toch echt alleen maar water is. En het is verboden om binnen je jas over je arm te hangen. Het is allemaal de moeite waard. Zo weten we nu dat Einstein een jood was die lange tijd in Berlijn heeft gewoond. De jodenvervolging bleef hem bespaard door naar Amerika uit te wijken en van daaruit zoveel mogelijk Berlijnse joden te helpen om hun stad en land te ontvluchten. 

We zien de plek waar vroeger een joods bejaardentehuis stond en dat tijdens de deportaties naar de vernietigingskampen het verzamelpunt van de Berlijnse joden was. Een naastgelegen nietig grasveldje was de eerste joodse begraafplaats, tot deze in 1943 werd verwoest.
Aansluitend gaan we naar de Hackescher Markt, waar één meisje een heel terras probeert te bedienen. Na een hele tijd zijn we het beu en lopen we door naar de Hackesche Höfe. Dit zijn acht rustige binnenplaatsen die je vanaf de drukke straat niet verwacht aan te treffen. Ze zijn dan ook niet makkelijk te vinden. 

Via de Museuminsel lopen we over een marktje met vooral veel LP’s, bontmutsen en DDR-attributen zoals uniformen, petten en speldjes. We lopen een rondje door het Nikolaiviertel. Tot in de jaren 80 van de vorige eeuw stond hier niets anders dan de verwoeste Nicolaaskerk en het Knoblauchhaus. De rest had de oorlog niet overleefd. De opbouw begon in 1981. Er werd een gloednieuw centrum gebouwd met popperige huisjes en straatjes en volgens Vincent ‘een hoog truttigheidsgehalte’. Toch kunnen we het niet laten om tussen de bejaarden op een terrasje in de zon neer te strijken. 

Het is inmiddels al wat later op de middag en met de bus willen we nog naar de Hamburger Bahnhof. Het is het oudste bewaard gebleven station van Berlijn en nadat het een tijdlang een verkeersmuseum was, werd het in 1996 een dependance van de Neue Nationalgalerie. Een uur voor sluitingstijd werpen we ons over de drempel heen, maar we vinden dat wel heel weinig tijd voor de relatief hoge entree. Onder het mom van een toiletbezoek weet Vincent voor even toch door te dringen in het hart van de expositie. 

In de Invalidenstrasse staan we op de Sandkrugbrücke en lezen we dat deze brug ten tijde van de muur een grensovergang was. Hier werd de eerste vluchtende Oost-Berlijner neergeschoten toen hij naar de overkant probeerde te zwemmen.
Iets verderop wepen we een blik op en in de Lehrter Hauptbahnhof, dat aan het einde van de negentiende eeuw het centraal station werd in plaats van de vlakbijgelegen Hamburger Bahnhof. Nu wordt het omgebouwd tot een hypermodern, groot, internationaal station met ook weer heel veel glas. 

Met de bus rijden we naar de Potzdamer Platz voor een korte blik op het Sony Center. De Potzdamer Platz is een gloednieuwe wijk, waar in 1994 de eerste steen werd gelegd. Voor de oorlog waren hier, op een van de turbulentste plekken van Europa, warenhuizen en cabarets. Het moet erg lawaaierig en levendig geweest zijn. En omdat de verkeersagent zich in al die drukte niet meer verstaanbaar kon maken, kwam hier in 1925 het eerste stoplicht van Berlijn. Na de oorlog was het een soort niemandsland waar helemaal niets stond. Nu is het fonkelnieuw, haast futuristisch met vooral veel glas. 

Het Sony Center maakt diepe indruk op ons en we besluiten morgen terug te gaan om het uitgebreider te bekijken en naar de 3D-film te gaan. Nu de zon weg is hebben we het vooral verschrikkelijk koud en rammelen we van de honger. We kiezen voor een snelle route terug naar onze wijk en stappen op de Warschauerstrasse bij de Oberbaumbrücke uit de S-Bahn. Vlak bij ons hotel in de Revalerstrasse strijken we neer in een erg leuk restaurant. Ingrid warmt op met een kom hete melk met honing. De pizza en lasagna doen de rest. We zijn doodmoe van alle indrukken en de vele kilometers die we gelopen hebben. Maar over één ding waren we het eens: Berlijn is een fantastische stad met heel aardige en hulpvaardige inwoners, het weer is perfect en de terrassen vragen om een nadere verkenning.


Maandag 21 maart
Vandaag zitten we keurig om 7.00 uur aan het ontbijt. Vandaag moeten we er vroeg bij zijn want van Ingrid’s moeder hebben we begrepen dat het bij de Reichstag al vroeg druk is. Als we daar om 8.30 uur aankomen staat er inderdaad, gelukkig, een nog niet al te lange rij. Na ongeveer een uur en een strenge controle zijn we binnen.
De reichstag is in 1894 gebouwd en tijdens een nooit opgehelderde brand in 1933 werd het grotendeels verwoest. En ook al grepen de nationaal socialisten de macht, Hitler heeft er uiteindelijk nooit een voet over de drempel gezet. Na de val van de muur werd al snel besloten het parlement van beide Duitslanden van Bonn naar Berlijn over te plaatsen. Ook werd vastgelegd dat de Reichstag na een verbouwing weer als parlementsgebouw zou worden gebruikt. De Reichstag was in 1995 over de hele wereld groot nieuws toen de kunstenaar Christo het helemaal inpakte. Vervolgens werd het achter de schermen grondig aangepakt waarbij de hypermoderne glazen koepel het meest in het oog sprong. 

De koepel geeft rondom een prachtig uitzicht over de stad en omdat we inmiddels al het nodige gezien hebben, kunnen we veel herkennen. Het weer is weer eens perfect, dus het zicht eveneens. We lopen op spiraalvormige tegengesteld lopende bordessen van elk 230 meter lang; één spiraal loopt naar boven en een ander weer terug naar beneden. In het midden van de koepel zit een spiegeltoren die het daglicht naar de 10 meter lager gelegen vergaderzaal leidt. Een reusachtig zonnescherm draait bijna onzichtbaar met de zon mee. Als we buitenkomen staat er een dikke rij mensen te wachten om naar binnen te kunnen. We schatten dat het wel zo’n drie uur gaat duren. 

We lopen terug via de Brandenburger Tor op de Pariser Platz. Dat is op zich al bijzonder te noemen, want toen de muur er nog stond kon je hem alleen van veraf bekijken. Hij stond namelijk op de levensgevaarlijke strook die Oost en West scheidde. Van oorsprong was de Brandenburger Tor veel kleiner en maakte hij samen met elf andere torens deel uit van de muur die om de stad heen liep. Tussen 1789 en 1791 werd de Brandenburger Tor gebouwd zoals we hem nu kennen, namelijk naar een voorbeeld van de Acropolis in Athene.
We komen automatisch terecht op de straat Unter den Linden. De belangrijkste straat van het toenmalige Oost-Berlijn en volgens sommigen inmiddels zelfs de belangrijkste straat van heel Berlijn. We slaan rechtsaf de Friedrichstrasse in en duiken Lafayette in, een winkelcentrum met een zwart-wit mozaïek van Venetiaans marmer op de vloer. Een uitgelezen plek om een Italiaans ijsje te nemen. 

We lopen verder naar de Gendarmenmarkt, dat wordt beschouwd als het mooiste plein van Berlijn. Het meest in het oog springen het concertgebouw en links daarvan de Deutsche Dom en rechts daarvan de identieke Französischer Dom (die overigens in de steigers staat). De SS stak het concertgebouw in 1945 in brand en na de oorlog was er alleen nog maar een kaal stuk land over. De DDR besloot het plein te renoveren en in 1984 was alles klaar. 

Natuurlijk kunnen we ook Checkpoint Charlie aan de Friedrichstrasse niet overslaan, de bekendste grensovergang voor de geallieerden om Oost-Berlijn in te komen. We herkennen het geen van beiden meer terug omdat iedereen vrijelijk kris-kras door elkaar heen loopt. De muur is weg, de lege grensstrook is volgebouwd, het verkeer zoekt zich ongehinderd een weg door de hordes toeristen. Vincent werpt nog even een blik in restaurant Adler, de plek waar hij zeven jaar geleden neerstreek en waar sindsdien schijnbaar weinig veranderd is. 

We gaan met de U-Bahn naar Kreuzberg en boven de grond nemen we meteen maar een overheerlijke curryworst. Toen de muur er nog stond, was deze wijk een arme alternatieve wijk met veel kunstenaars en Turken die aan de rand van West-Berlijn lag. Met de val van de muur lag deze wijk ineens in het hart van de stad. Sindsdien trekt het steeds meer mensen aan, maar gelukkig is het oude Kreuzberg nog lang niet verdwenen. De grootste Turkse gemeenschap buiten Turkije handhaaft zich naast de alternatieve kroegen. We lopen via de Zossenerstrasse en een overdekte markthal naar de Bergmannstrasse. Deze straat wordt nogal eens gebuikt als filmdecor. Er hangt een prettig alternatieve sfeer en ook door alle leuke winkeltjes voelen we ons hier helemaal op ons gemak. Eindelijk eens geen toeristen. We vinden een leuk terrasje in de zon en Ingrid bestelt natuurlijk weer warme melk met honing. We zijn het over twee dingen helemaal met elkaar eens (gelukkig zijn dat niet de enige dingen waar we het over eens zijn): het weer is perfect en zelden zagen we zulke leuke terrasjes als hier in Berlijn. 

Met de U-Bahn stuiven we naar de Potsdamer Platz om dit fonkelnieuwe stadsdeel eens op ons gemak te bekijken. In het Sony-center bezoeken we de Sony-winkel met hun nieuwste producten. We vallen bijna flauw bij het zien van een televisie van € 26.000 en moeten even bijkomen bij een vijver in de zon. We (of in ieder geval Vincent) stralen uit dat we professionele toeristen zijn en drie Italiaanse meisjes vragen ons de weg omdat ze zelf geen kaart hebben. Het is bijna bizar om door een wijk te lopen waar werkelijk alles nieuw is met vooral veel glas en metaal. Net als op de andere dagen wordt het aanzienlijk kouder als de zon weg is. We warmen ons op met een kop thee in een trendy bar tot het 17.30 uur is en onze 3D-film begint. Even schrikken we omdat we denken dat de zomertijd al ingegaan is en we dus een uur te laat zijn. Maar gelukkig: op het grootste bioscoopscherm van Berlijn bekijken we met onze 3D-brillen ‘Ocean Wonderland’. 

Voor het avondeten werden we tijdens onze treinreis door onze Berlijnse buurman getipt op het Italiaanse restaurant ‘Delizie d’ Italia in de Kollwitzstrasse. Maar helaas is dat toch iets te ver uit de richting en zo komen we terecht bij een Egyptenaar die bijna juichend zijn enige twee gasten van die avond binnenhaalt. Op zijn aanraden eten we zijn specialiteit; soep met een smaakje dat we nog steeds niet kunnen thuisbrengen. Helemaal uitgeput klimmen we al onze trappen weer op en leggen we de laatste meters in ons immense appartement af.


Dinsdag 22 maart
Onze laatste dag alweer. Hoog tijd voor een foto van ons riante onderkomen. Nog een laatste keer slaan we onze slag bij het ontbijtbuffet en om 9.00 uur slaan we onze rugzakken op en gaan we naar de Kollwitzplatz, het hart van de Prenlauer Berg. Toen de muur er nog stond, was deze Oost-Berlijnse wijk een vervallen wijk waarin zowel veel arbeiders als kunstenaars woonden. Nu wonen er vooral goedverdienende, jonge mensen en is driekwart van de inwoners nieuw. Wij voelen ons meteen op ons gemak in deze prachtige wijk met zijn mooie gerestaureerde panden, zijn gezellige terrasjes en prachtige authentieke lantaarns en straatnaambordjes. En dan te bedenken dat dit niet hoog op ons lijstje stond en we er eigenlijk alleen maar heengingen op aanraden van onze Berlijnse buurman tijdens de treinreis. 

We zien onze eerste Trabant en nemen een kijkje bij het Italiaanse ‘Delizie d’ Italia’; het restaurant waar onze Berlijnse buurman uit de trein ons op getipt had, maar waar we helaas niet aan toe waren gekomen. Er zit niets anders op: we moeten nog een keer terug naar Berlijn om hier te gaan eten. We lopen door de Husemannstrasse, dat door de DDR ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad als een prestigeobject werd gesaneerd. Veel is er niet tot stand gekomen; het was 1984 en ze moesten onder tijdsdruk werken. En zo kwam het dat alleen de zuidelijk helft van de straat af kwam. Het contrast met de andere helft is groot. We zien in deze wijk geen enkele toerist en zo kan het gebeuren dat een passerende automobilist aan ons de weg vraagt. 

De terrasjes lonken al weer een hele tijd en we strijken neer bij ’Sowohl als auch’, ook weer een tip van onze Berlijnse buurman uit de trein. Een gouden tip mogen we wel zeggen. Het is er zelfs op deze doodgewone dinsdagmorgen bommetjevol. Zowel op het terras als binnen gaan de Berlijners massaal aan de taart. Ook nu valt ons weer op hoe graag ze blijkbaar op een terrasje zitten; de dekens hangen klaar voor de koukleumen. Maar de zon maakt het aangenaam en de warme melk met honing zorgt voor de rest. 

Ons oog wordt getrokken door een prachtig fabrieksgebouw, wat een voormalige bierbrouwerij blijkt te zijn. In zijn hoogtijdagen was het de grootste bierbrouwerij ter wereld. Boven de deuren en poorten staat waarvoor de verschillende ruimten werden gebruikt: hooizolder, zadelmakerij, flessenbier, smederij, stallen, timmerwerkplaats enzovoorts. Het is aan het eind van de negentiende eeuw gebouwd en heeft wel iets weg van een vesting. Niet voor niets verbleven daar ten tijde van de Tweede Wereldoorlog krijgsgevangenen en dwangarbeiders. Eigenlijk is het een stad binnen een stad. Sinds 1967 wordt er al geen bier meer gebrouwen en na de Wende werd het al snel een KulturBrauerei met ateliers en podia.

Op een mooi, oud bovengronds metrostation stappen we op de U-Bahn richting Alexanderplatz. De metro is ideaal in een grote stad en makkelijk te begrijpen. Maar het heeft één groot nadeel: je ziet niets van de stad. Daarom stappen we op de Alexanderplatz op Bus 100, een gewone dubbeldeks busdienst die langs alle toeristische toppers komt. Vincent weet boven helemaal voorin een plaats te bemachtigen en het uitzicht is geweldig. We herkennen steeds weer dingen die we de afgelopen dagen gezien hebben en spotten onze tweede Trabant. 

Uiteindelijk stappen we uit bij de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche. ‘Alles is vergankelijk’ was het onderwerp van de preek op 22 november 1943 in de Gedächtniskirche. Een paar uur na de dienst vielen er bommen, waardoor er de beroemde ruïne achterbleef en een symbool voor West-Berlijn. Toen de architect met het ontwerp voor een nieuwe kerk kwam, waarbij de ruïne zou moeten verdwijnen, ontketende hij een storm van verontwaardiging. Men besloot de torenruïne als monument te behouden. De nieuwe kerk werd er in 1961 pal naast gebouwd. Beide kerken zijn tijdens ons verblijf helaas gesloten voor een grote schoonmaakbeurt.

We lopen door naar het Kaufhaus des Westens, waar je werkelijk alles kunt krijgen en dan ook nog in verschillende uitvoeringen. Een selectie uit de 7.000 m² grote delicatessenafdeling:

*      1.300 kaassoorten

*      1.300 worst- en hamspecialiteiten

*      400 soorten wijn

*      2.400 soorten brood

*      150 koks en banketbakkers (red: Ingrid’s smaak!)

Het warenhuis leverde al in 1907 bij de opening aan de rand van het toenmalige voorname Westen gespreksstof op. In 1943 stortte een Amerikaans vliegtuig neer op de binnenplaats, wat het gebouw bijna helemaal verwoestte. In 1950 konden twee etages weer worden geopend en na de val van de muur groeide het met 60.00 m² uit tot het grootste warenhuis van Europa. Wij kijken onze ogen uit.

Overweldigd door zoveel keuze en luxe kopen we buiten op straat maar snel een Bratwurst met mosterd. We lopen nog over de Kurfürstendamm, duidelijk een sjieker deel van Berlijn. Na een laatste stop op de Savignyplatz gaan we terug naar het hotel om onze spullen op te halen. Als we op Bahnhof Zoologischer Garten zijn, hebben we nog maar één wens: een broodje kebab zoals we de eerste avond ook hadden. Ingrid blijft bij de spullen, terwijl Vincent als een dolle door het station rent. Maar helaas zijn ze niet te vinden en hebben we er bij deze een goede reden bij om nog een keer naar Berlijn terug te gaan.

Om 16.45 uur vertrekt de trein richting Deventer en kunnen wij terugkijken op drie fantastische dagen Berlijn.


 

Veel Duitsers willen Berlijnse Muur terug

Uitgegeven: 26 maart 2005

BERLIJN - Bijna een kwart van alle West-Duitsers en 12 procent van de Oost-Duitsers willen de Berlijnse Muur terug, vijftien jaar na de val van de Muur. Dat blijkt uit een zaterdag gepubliceerd onderzoek van de Vrije Universiteit van Berlijn en het onderzoeksbureau Forsa onder 2000 Duitsers. Zij moesten antwoord geven op de vraag: Zou het beter zijn als de Muur tussen Oost en West nog bestond?.

De Berlijnse Muur was het symbool van de Koude oorlog. De Muur viel op 9 november 1989 en daarmee kwam de weg vrij voor de hereniging van het communistische oosten (de DDR) en het kapitalistische westen van Duitsland op 3 oktober 1990. Ondanks het feit dat vele tientallen miljarden euro's in het oostelijke deel zijn gepompt, heeft de oude DDR nog steeds te maken met een hoge werkloosheid en een dalende bevolking.

Uit de peiling blijkt verder dat 47 procent van de Oost-Duitsers het eens is met de verklaring dat het Westen "het oosten heeft verworven als een kolonie". Daar staat tegenover dat 58 procent van de ondervraagde Westerlingen instemt met de verklaring dat de "Oosterlingen zwelgen in zelfmedelijden".


Adressen

Hotel Agon Frankfurter Allee

Scharnweberstrasse 21 – 22

Telefoon: +49 (030) 29 77 77 0

E-mail: info@agon-frankfurter-allee.de

Website: www.agon-frankfurter-allee.de

 
Delizie d’ Italia – Italienische Feinkost

Kollwitzstrasse 100

Telefoon: +49 (030) 48 49 49 77

Zondag gesloten, gerechten rond de € 8


top






INDEX:

Dag 1

Dag 2

Dag 3

Dag 4

Adressen

Krantenartikel

Synagoge